Culinaire ondernemers en kenners slaan tijdens De Amsterdam Food Week de handen ineen om meer voor de horeca in Amsterdam voor elkaar te krijgen. De stad krijgt zelfs een heuse smaakburgemeester; een ombudsman voor de horeca.
Wellicht ten overvloede, maar er gebeurt veel in Amsterdam. Oók op horecagebied. “In de afgelopen tien jaar is de kwaliteit ontzettend omhooggegaan. Niet alleen de smaak en kwaliteit van voedsel, maar ook de manier waarop eten geproduceerd wordt en waar het vandaan komt krijgt steeds meer aandacht,” zegt Sebastiaan Aalst, een van de 35 initiatiefnemers van De Amsterdam Food Week.
Maar meer is niet genoeg voor de Amsterdamse ondernemers. Het aanbod kan duurzamer, diverser, smaakvoller en gezonder. En ook het aanhoudende personeelstekort en gebrek aan diversiteit binnen de ring moet besproken worden. “Horecatypes zijn allemaal van ‘niet lullen maar poetsen’,” zegt Aalst. “Maar het is goed om eens samen te zitten en na te denken over wat er nog meer mogelijk is.”
Iedereen betrekken
Want de initiatiefnemers zijn het over één punt eens: het gaat al goed met de Amsterdamse horeca. “We kunnen zonder schaamte zeggen dat we langzaam de culinaire hoofdstad van Nederland worden,” zegt Joris Bijdendijk, chef-kok bij restaurant Rijks. “Dat is een prettige ontwikkeling,” maar er valt meer te halen volgens Bijdendijk. “Het wordt tijd dat we met heel Amsterdam op professioneel vlak slagen gaan maken. Dat kan door iedereen te betrekken, met elkaar in gesprek te gaan en samen te werken”
Speciaal daarvoor is voor het eerst ‘De Amsterdam Food Week’ georganiseerd. Van 1 tot en met 7 oktober komen in het Food Center in Amsterdam West professionals uit de sector bij elkaar om te discussiëren, te proeven, workshops te volgen en na te denken over oplossingen voor uitdagingen die nu al spelen én tijdens het samenzijn naar voren komen.
Slavernijgerechten
Hoe het aanbod in de stad diverser kan worden bijvoorbeeld. “Buitenlands eten houdt niet op bij Chinees, kebab en shoarma, zegt Sarriel Taus van de foodhall World of Food in Amsterdam-Zuidoost. Als het aan Taus ligt leren ook mensen uit de binnenstad wat typisch Ghanees eten -Jollof rice, soort risotto met tomaat, kruiden, kip en groenten- of Liberiaans -onder andere maisbrood en op Amerika geïnspireerde gerechten, meegenomen uit de tijd van de slavernij- is.
“Maar ook op het gebied van duurzaamheid kunnen nog slagen worden gemaakt. Dan wordt vaak gedacht aan biologisch voedsel,” zegt Taus. “De plasticbakjes die bij elke afhaalmaaltijd worden meegegeven vallen daar eveneens onder. Voor mij is de week geslaagd als we weten hoe we over een jaar het gebruik van de bakjes met twintig procent kunnen terugdringen. Ja, dat is realistisch.” Maar nog belangrijker vinden Bijdendijk en Taus dat de koppen bijeen worden gestoken en dat professionals de dialoog met elkaar kunnen aangaan over wat er speelt in de sector.
Maar eerst het diner voor genodigden. Daarmee wordt de week afgetrapt en dan wordt de eerste smaakburgemeester van Amsterdam bekendgemaakt – gekozen door ‘allerlei mensen uit de foodscene’. Is die nodig? De organisatie vindt van wel. “Dan is er eindelijk iemand die spreekt namens álle Amsterdamse horeca.”
Bron: Parool, door Raounak Khaddari