In de coronacrisis zien rechters reden om horecazaken een lagere huur te geven. Dat was bij de financiële crisis niet zo. Horecazaken die financieel hard zijn geraakt door de coronacrisis en geen huurkorting krijgen van hun vastgoedverhuurder, maken via de rechter hier alsnog een goede kans op.
Onvoorziene kosten
Terwijl de kredietcrisis van 2008 nog tot ‘ondernemersrisico’ werd gerekend, kwalificeren rechters door heel Nederland de huidige coronacrisis als ‘onvoorziene omstandigheden’. Deze omstandigheden bieden rechters een juridisch handvat om een huurcontract tijdelijk te wijzigen en een huurkorting op te dragen.
Zo heeft bijvoorbeeld uitbater Palace Hotel van het Hotel W Amsterdam (en bijbehorende restaurants als The Butcher en Duchess) een rechtszaak aangespannen tegen hun Duitse vastgoedbeheerder. Doordat het hotel sinds de coronacrisis nauwelijks tot geen gasten meer kon ontvangen, was de omzet ook nagenoeg compleet weggevallen. Volgens de vastgoedbeheerder ligt het risico voor de weggevallen omzet volledig bij Palace Hotel, en hij eiste daarom de betaling van de volledige huur.
In het vonnis benadrukt de rechtbank echter dat er met de coronacrisis sprake is van een onvoorzienbare omstandigheid. Het ligt in zo’n geval voor de hand dat het financiële nadeel over zowel de verhuurder als de huurder moet worden verdeeld. De rechter schort de verplichting van Palace Hotel tot betaling van huur over het tweede kwartaal van 2020 voor vijftig procent op, over het derde kwartaal voor veertig procent en over het vierde kwartaal voor vijfentwintig procent. Uiteindelijk moet een bodemprocedure uitsluitsel gaan geven over de daadwerkelijke afdrachten.
Gebrek
Een andere manier om aanspraak te kunnen maken op huurkorting, is als er sprake blijkt van een ‘gebrek’ aan het gehuurde. Een verhuurder zal er daarom rekening mee moeten houden dat indien een opgelegde overheidsmaatregel tot sluiting als ‘gebrek’ wordt gekwalificeerd, jij als huurder een vermindering van de huurprijs kunt vorderen die evenredig is aan het gebrek.
Rechtszaak aanspannen
Slechts een fractie van de huurproblemen is tot nog toe aan de rechter voorgelegd. Dat rechters het coronavirus in huurzaken als een onvoorziene omstandigheid aanmerken – iets wat sinds de Tweede Wereldoorlog nauwelijks is gebeurd – kan een rol gaan spelen bij dergelijke gesprekken. Veel horecaondernemers hebben al in overleg afspraken gemaakt met hun verhuurder om financieel te kunnen rondkomen.
Indien dit niet gelukt is, kun je dus middels een kort geding een poging doen om jouw zaak aan te merken als ‘gebrek’ of ‘onvoorziene kosten’. Bij een gebrek bestaat er in principe een recht op een tijdelijke huurkorting. Bij onvoorziene omstandigheden kun je als huurder de huurovereenkomst wijzigen of ontbinden. Een wijziging die in deze situatie voor de hand ligt, is dat gedurende de coronacrisis de huurprijs wordt aangepast. Op basis van deze rechtspraak hebben meer horecaondernemers in deze situatie recht op een huurkorting. Wat de omvang hiervan is,valt niet altijd te zeggen, omdat de omstandigheden per situatie flink van elkaar verschillen. De huurkorting is bijvoorbeeld afhankelijk van het soort horecazaak, en in hoeverre de omzet is weggevallen.
Heb je advies nodig over welke juridische stappen je kunt nemen? Neem dan contact op met JAM! zodat wij jou kunnen helpen. We brengen je dan in contact met één van onze juridische partners die jou verder kunnen helpen. JAM! is de autoriteit binnen de horeca en heeft een groot partnernetwerk binnen alle lagen van de horeca.
Lees hier wat voor concrete tips klanten van JAM! hebben om door de coronacrisis heen te komen.